Uitspraak: Ondanks gegrond verklaarde klacht geen maatregel voor advocaat

Klaagster in 2011 een overeenkomst strekkende tot een geldlening van 50.000 euro afgesloten met X. Voor het verkrijgen van de lening heeft zij de handtekening van klager gebruikt. Klager was hiervan niet op de hoogte. Klager heeft zich op 29 januari 2018 tot het kantoor van verweerder gewend met het verzoek klagers bij te staan in een door Y tegen hen aangespannen civielrechtelijke procedure. De rechtsbijstandsverzekeraar is op 14 februari 2018 akkoord gegaan met het door de kantoorgenote van verweerder opgestelde plan van aanpak.

Omdat de kantoorgenote op 13 augustus niet aanwezig kon zijn bij een comparitie van partijen heeft verweerder het stokje van haar overgenomen. Uiteindelijk is die dag een regeling in der minne getroffen.

Op 10 september 2019 heeft een gesprek tussen klagers, de kantoorgenote van verweerder en verweerder plaatsgevonden. Na dit gesprek hebben klagers een klacht tegen de kantoorgenote van verweerder en een schadeclaim ingediend. Verweerder heeft in zijn hoedanigheid van klachtenfunctionaris de klacht doorgeleid naar de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar. De beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar heeft op 23 december 2019 de aansprakelijkheid afgewezen.

De klacht

Klagers verwijten verweerder het volgende:

  • Verweerder heeft de belangen van klagers niet naar behoren behartigd;
  • Verweerder heeft klagers niet of onvoldoende geïnformeerd;
  • De klachtbehandeling conform de interne klachtenprocedure is niet naar behoren verlopen.

De beoordeling

De eerste twee onderdelen worden gezamenlijk behandeld. Klagers verwijten verweerder dat zij door de passieve houding en onjuiste informatie van verweerder tijdens de onderhandelingen noodgedwongen een schikking zijn aangegaan die zij niet wilden. De opvattingen van partijen over het verloop van de zitting staan tegenover elkaar en klagers noch verweerder hebben een proces-verbaal van de comparitie overgelegd. De raad kan dan ook niet vaststellen dat het verweten handelen heeft plaatsgevonden. De eerste twee klachtonderdelen worden ongegrond verklaard.

De raad begrijpt dat verweerder, omdat de klacht ook betrekking had op zijn eigen handelen tijdens de zitting van 13 augustus 2019, de klacht niet als klachtenfunctionaris in behandeling heeft willen nemen. In beginsel is dat juist, maar volgens de raad heeft verweerder door de klacht naar de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar door te sturen niet gehandeld met de zorgvuldigheid die van hem als klachtenfunctionaris verwacht had mogen worden. De inhoudelijke beoordeling van tuchtrechtelijke klachten tegen een advocaat horen namelijk niet bij een verzekeraar thuis. Verweerder had klagers ook naar de deken moeten verwijzen. Het derde klachtonderdeel wordt gegrond verklaard.

Geen maatregel

Verweerder heeft aangegeven in het vervolg tijdig op klachten te zullen reageren. Gelet hierop acht de raad oplegging van een maatregel niet geboden.

Lees hier de hele uitspraak.

Zorgplicht Advocaten

Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een advocaat, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van een advocaat. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de tuchtrechter of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.

Monique Ebben

Wij staan voor u klaar

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Neem contact op Laat ons u bellen
Joost Papeveld

Wij helpen u graag

  • Tegen (financiële) dienstverleners
  • 20+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant