Op 23 maart 2011 is tussen eiser en gedaagde een bemiddelingsovereenkomst tot stand gekomen ten aanzien van de toenmalige woning van eiser. De woning is uiteindelijk verhuurd waardoor de verkoop heeft stilgelegen.
In maart heeft eiser aangeven dat gedaagde weer mocht gaan adverteren, huurder vertrekt namelijk per 1 november 2019. De koopovereenkomst is op 25 februari 2019 getekend met als leveringsdatum 1 november 2019.
Op 29 mei 2019 krijgt eiser een e-mail van huurder dat hij de huurovereenkomst ongewijzigd wenst voort te zetten. Tussen huurder en eiser is vervolgens overeenstemming bereikt dat huurder per 1 november 2019 de woning verlaat tegen vergoeding van € 15.700,-, bestaande uit een schadevergoeding van € 10.000,- en drie maanden huurpenningen ad € 1.900,- per maand.
Het geschil
Eiser vordert voor recht te verklaren dat gedaagde jegens eiser wanprestatie heeft gepleegd omdat gedaagde zijn zorgplicht heeft geschonden. Eiser vordert daarnaast een schadevergoeding van € 15.700,-.
Eiser stelt dat gedaagde erop had moeten wijzen dat de e-mail van huurder geen rechtsgeldige opzegging betrof en dat eiser de huur niet kon opzeggen. Voorts zou gedaagde aan eiser hebben medegedeeld dat hij de huurovereenkomst altijd kon opzeggen met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden.
Gedaagde stelt dat hij was ingeschakeld voor de verkoop van de woning en dat de bemiddeling omtrent de verhuur door eiser was uitbesteed aan een derde partij. Gedaagde betwist dat huurder tijdens de bezichtigingen van de woning mededelingen heeft gedaan omtrent het bestaan van een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd dan wel andere mededelingen omtrent huuropzegging en het niet verlaten van de woning bij verkoop, waardoor zij niet de plicht had om op de gevolgen hiervan te wijzen.
De beoordeling
De kantonrechter stelt vast dat er bij eiser geen enkele twijfel bestond dat de huurder niet tijdig zou vertrekken. Voor gedaagde bestond ten tijde van het ondertekenen van de koopovereenkomst en de periode daaraan voorafgaand geen aanleiding om eiser expliciet te wijzen op een rechtsgeldige huuropzegging en de eventuele risico’s. In het licht van deze omstandigheden is de kantonrechter van oordeel dat gedaagde op dit punt niet tekort geschoten is in zijn zorgplicht.
Als huurder aan gedaagde mededelingen heeft gedaan waardoor eraan moest worden getwijfeld dat hij per 1 november 2019 zou vertrekken, mocht van haar als redelijk bekwaam en redelijk handelend makelaar wel worden verwacht dat zij eiser hiervan op de hoogte stelde. Of de huurder dit tegen gedaagde heeft gezegd kan gezien de betwisting van gedaagde echter niet worden vastgesteld.
De beslissing
De kantonrechter draagt eiser op te bewijzen dat huurder tijdens de bezichtigingen van de woning in het bijzijn van gedaagde heeft meegedeeld dat sprake is van een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd, dat geen sprake is van een huuropzegging en dat hij niet verplicht is het pand te verlaten in verband met verkoop.
Lees hier de hele uitspraak.
Zorgplicht Advocaten
Heeft u als klant, stakeholder of derde een klacht of schade geleden als gevolg van een fout van een makelaar, neem dan contact met ons op voor vrijblijvend gesprek. De advocaten van Zorgplicht Advocaten hebben jarenlange ervaring met het adviseren over de zorgplicht van de makelaar. Tevens hebben onze advocaten ervaring met het voeren van een klachtprocedure bij de tuchtrechter of het voeren van een procedure bij de civiele rechter.
Wij staan voor u klaar
- Tegen (financiële) dienstverleners
- 20+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant